De 'Wet toekomst pensioenen' is ingevoerd. In het afgelopen kwartaal heeft de pensioencommissie van onze beide ledenverenigingen (VO-ING en VO-NN) gewerkt aan het opstellen van een 'position paper' per fonds dat als input moet dienen voor de gesprekken van onze ledenverenigingen met de sociale partners (werkgevers en vakbonden). We hebben het dan over de keuzes die gemaakt moeten worden in het kader van de mogelijke overgang naar het nieuwe pensioenstelsel. Zo'n position paper moet duidelijkheid geven over onze wensen met betrekking tot elk pensioenfonds waar één van onze verenigingen bij betrokken is. Dat geldt dus niet alleen voor het grootste (Pensioenfonds PFI) maar tevens voor de beide CDC-fondsen (en in beperkte mate voor BeFrank) waar een deel van onze leden ook belangen bij heeft. Hiermee geven we invulling aan het hoorrecht dat in de nieuwe wet aan belangenverenigingen is toegekend.
In deze 'position papers' wordt een nadere toelichting gegeven op de argumenten die de pensioencommissie heeft gebruikt om te willen invaren en hoe. Voor PFI weegt de Nederlandse belastingregeling erg zwaar. Voor de CDC-fondsen is ook rekening gehouden met de jongere en mobielere populatie van de deelnemers.
In het kort zijn onze adviezen:
- PFI > vanwege belasting en dekkingsgraad snel invaren in een zo solidair mogelijke regeling.
- ING-CDC > in verband met mobiliteit van deelnemers invaren in een flexibele regeling.
- NN-CDC > dit is een klein gesloten fonds, dus bekijk alle mogelijkheden inclusief overdracht.
- BeFrank > verlaag de kosten voor deelnemers en vraag bij keuzes ook instemming van partners van deelnemers.
Je leest de volledige tekst van de verschillende position papers op de speciale pensioenpagina op de site van VO-NN.
IJkpunten en toetsingscriteria
Zowel in het in 2019 gesloten pensioenakkoord als ook bij de daarop gebaseerde 'Wet toekomst pensioenen' is 'zicht op een koopkrachtig' pensioen als kernelement benoemd. Realisatie daarvan moet dus van cruciaal belang zijn om het vertrouwen van gepensioneerden en oud-medewerkers in het nieuwe stelsel zeker te stellen.
Om te checken of we aan deze uitgangspunten voldoen vragen we de sociale partners en de fondsen om een aantal berekeningen te maken en ons de uitkomsten te geven. We verwachten de uitkomsten daarvan helaas niet eerder dan in de loop van 2024.
Hoe verder?
De Besturen en Ledenraden van onze beide verenigingen (VO-ING en VO-NN) staan achter de uitgangspunten die in de position papers zijn verwerkt en hebben deze ingebracht bij de sociale partners. Bij ING zijn de stukken ook al in een bijeenkomst aan de CAO pensioentafel besproken met vertegenwoordigers van de pensioencommissie.
Op basis van deze input zullen de sociale partners een beslissing moeten nemen over de toekomstige situatie binnen de betrokken fondsen (het invaren in het nieuwe stelsel) en de manier waarop (solidaire of flexibele premieregeling).
De mijlpaal voor de sociale partners blijft het opleveren van een transitieplan per 1 juli 2024. Er moet dan helderheid zijn over de wijziging van de pensioenovereenkomst en over de wijze waarop wordt omgegaan met opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten.
Met vriendelijke groet,
Pensioencommissie VO-ING en VO-NN