Hoorrecht: Verenigingen zijn gehoord en wederhoor is gebeurd.
De Pensioencommissie heeft eind oktober de definitieve transitieplannen ontvangen en in nauwe samenwerking met de ledenraden van VO-ING en VO-NN een oordeel gevormd en dat met de Sociale Partners gedeeld. Vorige week hebben de Sociale Partners gereageerd.
Alle stukken zoals het transitieplan, ons oordeel en de reactie van de Sociale Partners staan integraal op de websites van VO-ING, VO-NN en ook (deels) bij de vakbonden. De vakbonden leggen het plan nu voor aan de achterbannen.
De belangrijkste punten waren al bekend:
- Voor PFI willen de Sociale Partners, net als wij, invaren in een solidaire regeling
- Voor ICP willen zij, net als wij, invaren in een flexibele regeling
- Over NCP is nog geen definitief besluit genomen.
Voor PFI zijn we als pensioencommissie en verenigingen sowieso blij dat er besloten wordt tot “invaren”. Dit geeft vooral ten tijde van het invaren (2027) en in de verdere toekomst het fonds de gelegenheid om meer uit te keren dan op dit moment fiscaal mogelijk zou zijn onder het FTK. Na het invaren is dat fiscale maximum er niet meer en krijgen we allemaal hogere pensioenen of pensioenaanspraken. Zelfs als we tot die tijd gewoon de fiscaal maximale indexeringen zouden krijgen.
Wij zijn het niet in alles eens met de Sociale Partners en we hebben dus ook wel iets op te merken op het transitieplan. Er wordt met name in de allocatie van de buffers naar de leeftijdscohorten een factor gebruikt waarvoor DNB een default van 10 jaar heeft vastgesteld. De sociale partners willen daar 20 jaar van maken, terwijl de meeste fondsen 10 jaar of korter blijken te gebruiken. Deze volgens ons te hoge factor 20 jaar heeft ervoor gezorgd dat het transitieplan ING/NN in de afgelopen dagen de media gehaald heeft; eerst Pensioen-Pro, later het Financieel Dagblad en daarna ook nog flinke discussies op LinkedIn. Net als de Pensioencommissie vraagt iedereen zich af waarom de factor van 20 jaar wordt gebruikt.
Het is nu aan PFI om de definitieve factor te kiezen, die factor is namelijk hun keuze en niet die van de Sociale Partners. Die keuze moet dan uiteindelijk worden besproken met het Verantwoordingsorgaan (VO) van PFI en met DNB. Die hebben beide meer mogelijkheden om dóór te vragen en eisen te stellen dan wij in het hoorrecht. Het VO heeft zelfs een verzwaard adviesrecht. Wij hebben vanuit de Pensioencommissie regelmatig contact met onze vertegenwoordigers in dat VO en het bestuur van PFI.
Voor ICP kunnen wij ons goed vinden in het plan. Vooral de komende flexibele pensioenregeling (FPR) vinden wij een goed voorstel en (zelfs) de FNV heeft daarmee ingestemd. Op de voorstellen hebben wij maar twee opmerkingen gemaakt die na te lezen zijn in de documentatie op de VO-ING website. De Sociale Partners hebben daarop hun eigen argumenten herhaald en gememoreerd dat beide onderwerpen aan het bestuur van het fonds ICP zijn om definitief over te besluiten.
Voor NCP krijgen we in december pas het transitieplan. We hebben als Pensioencommissie vooruitlopend daarop een uitnodiging gekregen om te komen praten in Den Haag bij NN, samen met de vakbonden. Hierover zullen we later zeker communiceren en zullen we ons oordeel ook integraal op de website van VO-NN publiceren.
Al met al zijn we het eens met de Sociale Partners over de keuzes waar zij verantwoordelijk voor zijn, maar zijn we het hier en daar oneens over de geadviseerde beslissingsrichtingen voor PFI en ICP en dus is het nu aan de twee besturen van PFI en ICP om afgewogen keuzes te maken over die onderwerpen.
Indexatie 1-1-2025
De besluiten tot indexatie tot aan het invaren zullen nog op de gebruikelijke manier plaatsvinden. Het fonds zal dus over de indexatie van 1-1-2025 in december besluiten. Gebaseerd op de voorlopige afgeleide CPI index (2,6%) zal de indexatie per 1-1-2025 “ergens rond dat getal” liggen zei Peter van Meel, directeur van PFI vorige week vrijdag op de ledendag van VO-ING.
Pensioencommissie 21 november 2024
