Skip to main content
foto2.jpeg

De overstap naar het nieuwe pensioenstelsel.

 

  1. Nieuwe pensioenregels

Je hebt het ongetwijfeld gehoord en gelezen: op het gebied van ons pensioen gaat van alles veranderen. In 2019 hebben het kabinet en  werknemers- en werkgeversorganisaties een akkoord bereikt over de vernieuwing van ons pensioenstelsel. De afspraken uit dit Pensioenakkoord zijn uitgewerkt in de Wet Toekomst pensioenen (WTP), die sinds 1 juli 2023 van kracht is.

De werkgevers en de vakbonden moeten vóór 1/1/2025 besluiten of ze willen invaren of niet en dan die invaar-opdracht bij de pensioenfondsen neerleggen. De pensioenfondsen, dus zowel Pensioenfonds ING (PFI), het ING CDC Pensioenfonds (ICP) als het NN CDC Pensioenfonds (NCP), moeten die opdracht aanvaarden (of niet) en hun pensioenregelingen dan aanpassen aan de wensen van de sociale partners. Daarna  moeten ze voor 1/7/2025 een implementatieplan schrijven en dat moet uiterlijk 1/1/2028 uitgevoerd zijn.

  1. Overstappen is uitgangspunt

Uitgangspunt van de WTP is dat iedereen in de toekomst nieuw pensioen opbouwt volgens de regels van het nieuwe pensioenstelsel. Als het tot dat moment opgebouwde pensioen wordt overgedragen naar het nieuwe pensioenstelsel heet dat invaren. Met andere woorden: de regels van het nieuwe pensioenstelsel worden na invaren ook van toepassing op het pensioen dat al is opgebouwd. Het Kabinet en de sociale partners vinden dat belangrijk.

Onze Pensioencommissie vindt ook dat invaren gewenst is.

Bij PFI is de belangrijkste overweging om in te varen geweest dat het een rijk fonds is met een hoge dekkingsgraad en daardoor onder de WTP meer en sneller geïndexeerd kan worden, omdat er dan een ander belastingregime gaat gelden. Daarbij is de voorkeur overstappen naar een solidaire premieregeling. Hierbij  ligt de nadruk op het samen beleggen en risico’s delen, net als nu al bij PFI. Je krijgt straks wel een persoonlijk pensioenvermogen, maar alle premies en pensioenvermogens van alle deelnemers worden als één geheel belegd.  

Bij ICP was de conclusie dat het bij het huidige niveau van de dekkingsgraad naar verwachting gunstig zal zijn voor vooral de jongere deelnemers, maar dat het ook voor de oudere deelnemers niet ongunstig lijkt om in te varen. Bij ICP past volgens de Pensioencommissie van VO-ING beter een flexibele premieregeling. Hierbij heeft iedere deelnemer een individueel pensioen potje. Er wordt voor ieder leeftijdscohort een beleggingsmix vastgesteld en beleggingsresultaten hebben direct effect op het persoonlijke pensioenvermogen. 

Bij NCP heeft de Pensioencommissie aangegeven dat ook andere oplossingen goed moeten worden onderzocht omdat NCP een klein en gesloten fonds is.

De leden van VO-ING en VO-NN zijn daarover al in 2023 geïnformeerd en de Ledenraden van onze verenigingen hebben ermee ingestemd. Dit is dus een gepasseerd station. We weten intussen dat ook PFI en ICP over willen naar het nieuwe stelsel. Voor NCP is het onderzoek, zoals gezegd, nog gaande.

  1. Stappenplan

Voor het realiseren van de overstap naar het nieuwe stelsel is een stappenplan met deadlines uitgezet, dat er als volgt uitziet:

 De overstap nieuw pensioenstelsel
  1. Inbreng Pensioencommissie in vroeg stadium
  1. Om invloed te kunnen uitoefenen op de afspraken die sociale partners maken over de overstap naar het nieuwe stelsel  heeft de Pensioencommissie al in oktober 2023 een aantal visiedocumenten gestuurd naar sociale partners. Deze documenten, die door de ledenraden van VO-ING en VO-NN zijn geaccordeerd, kun je hieronder nalezen.

    Daarna heeft de Pensioencommissie in het eerste halfjaar van 2024 een aantal malen met de sociale partners bij ING en ook bij NN gesproken. In die gesprekken zijn deze visiedocumenten besproken en hebben sociale partners informeel hun denkrichtingen aangegeven. Tevens hebben sociale partners en de Pensioenfondsen, gevraagd en ongevraagd, informatie aan de Pensioencommissie verstrekt, waaronder concepten van documenten en presentaties van mogelijke besluiten en effecten daarvan, nog voordat duidelijk was wat zij daarover zouden besluiten.

    Het bood de Pensioencommissie de mogelijkheid om in een vroeg stadium input te leveren op hun voorlopige plannen en de effecten van sommige beslissingen, uiteraard steeds vanuit het advies per fonds zoals weergegeven in de visiedocumenten.

    1. Verplicht Transitieplan

    Sociale partners moeten een Transitieplan opstellen, dat de basis vormt voor de overgang naar de nieuwe pensioenregeling. Daarin moeten alle keuzes met de voor- en nadelen, overwegingen en berekeningen die relevant zijn voor de overstap naar de nieuwe pensioenregeling worden beschreven en onderbouwd.

    In de WTP is vastgelegd welke onderwerpen verplicht in het Transitieplan moeten worden uitgewerkt. Globaal genomen gaat het om de volgende punten:

    • Wordt er wel of niet ingevaren en per wanneer;
    • Voor welk soort pensioenregeling is gekozen: de solidaire premieovereenkomst of de flexibele premieovereenkomst; 
    • Wat  de premies worden  in de nieuwe regeling. In dit geval alleen relevant bij ICP;
    • Wat de nieuwe regeling inhoudt  voor het toekomstig recht op voor het ouderdoms-, nabestaanden- en arbeidsongeschiktheidspensioen; 
    • Hoe wordt omgegaan met een eventueel dekkingsoverschot;
    • Wat  het effect van de overgang is  voor de bestaande pensioenaanspraken en pensioenuitkeringen;
    • Wat de kans op verhoging of verlaging van de pensioenaanspraken en pensioenuitkeringen in de toekomst is;
    • Of en zo ja welke afspraken zijn gemaakt voor het nadeel dat sommige groepen ondervinden door het afschaffen van de zogenaamde doorsneesystematiek;

    Welke afspraken zijn gemaakt over de vereiste solidariteitsreserve (bij een solidaire premieovereenkomst) of een risicodelingsreserve (bij een flexibele premieovereenkomst)

    Half oktober 2024 hebben we het concept-transitieplan voor PFI en ICP ontvangen. Het gaat om een integraal Transitieplan voor beide fondsen gezamenlijk. Het is tot stand gekomen in wisselwerking tussen sociale partners en de besturen van ICP en PFI. Voor NCP krijgen we pas in december een transitieplan.

    1. Hoorrecht VO-ING en VO-NN

    Voordat sociale partners hun Transitieplan definitief vaststellen moeten zij de vereniging(en) van oud-medewerkers raadplegen. In dit geval dus VO-ING en VO-NN. Wij hebben hoorrecht. Dat betekent dat we een reactie konden geven op het concept-Transitieplan. Daarom heeft de Pensioencommissie het concept-Transitieplan grondig bestudeerd. Ons oordeel was over het algemeen positief, maar we hadden wel op een paar punten bezwaren. Die heeft onze pensioencommissie voorzitter Peter de Bruijne in Pensioenwebinars aan de leden van onze verenigingen toegelicht. Ze zijn daarna besproken in de Ledenraden van VO-ING en VO-NN. Die hebben onze bezwaren onderschreven. Daarop hebben in het kader van het wettelijk hoorrecht eind oktober aan sociale partners laten weten wat we van hun concept-Transitieplan vinden en op welke punten we het daar niet mee eens zijn.

    1. Eindversie Transitieplan

    Begin november hebben sociale partners uitvoerig op onze inbreng gereageerd. Zij spreken hun waardering uit voor de gedegen wijze waarop wij inbreng hebben geleverd  in de verschillende fases van het proces van de transitie naar de nieuwe pensioenregelingen. Daarbij geven ze aan dat dit een positieve uitwerking heeft gehad op de plannen.

    Helaas betekent de waardering voor onze inbreng niet dat ze aan onze bezwaren tegemoet zijn gekomen. Ze hebben hun argumenten voor de gemaakte keuzes wel iets uitgebreider gemotiveerd. Daarbij bieden ze op een paar punten een beetje ruimte voor aanpassing op basis van verdere besprekingen met PFI en ICP en de uitwerking in de implementatieplannen.

    Vervolgens hebben ze een eindversie van het Transitieplan opgesteld. Daarbij hebben ze aangegeven wat ze van onze reactie vinden en wat ze ermee doen door het oordeel van VO-ING en VO-NN en hun reactie op onze bezwaren op te nemen in de bijlagen bij de eindversie van het Transitieplan.

    1. Achterbanraadpleging vakbonden

    Het Transitieplan kan pas definitief worden vastgesteld als de leden van de  vakbonden daarmee hebben ingestemd. Die kregen tot begin december de mogelijkheid om hun stem uit te brengen. Daarvoor werden door de vakbonden informatiesessies en webinars georganiseerd. Uiteindelijk hebben de leden van de vakbonden FNV, CNV en De Unie (actieve deelnemers aan de pensioenregeling en gepensioneerden) ermee ingestemd. 

    1. Besluit tot aanvaarding door pensioenfonds

    Nu de leden van de vakbonden hebben ingestemd met het Transitieplan is dit definitief geworden. Sociale partners gaan nu formeel een verzoek tot invaren in het nieuwe stelsel indienen bij PFI en ICP. Het Bestuur van het pensioenfonds moet daarna beoordelen of het transitieplan kan worden uitgevoerd en of afspraken evenwichtig zijn voor alle deelnemers. Op basis daarvan neemt het een voorlopig besluit om het transitieplan wel of niet te aanvaarden. Het definitieve besluit volgt na advies van het Verantwoordingsorgaan.

    10. Rol Verantwoordingsorgaan

    Bij de opstelling van het Implementatieplan  komen zonder twijfel de punten waarop wij bezwaar hebben geuit weer aan de orde. Op enkele van die punten moet het pensioenfonds namelijk zelf de uiteindelijke beslissing nemen. Die keuze moet dan worden besproken met de Verantwoordingsorganen (VO) van PFI en ICP en met De Nederlandsche Bank (DNB). Die hebben beide meer mogelijkheden om dóór te vragen en eisen te stellen dan wij in het hoorrecht. Het Verantwoordingorgaan heeft zelfs een verzwaard adviesrecht. Als een van de geledingen uit het Verantwoordingsorgaan (pensioengerechtigden en gewezen deelnemers, werknemers of werkgevers) negatief adviseert, moeten sociale partners het voorliggende invaarverzoek heroverwegen en het Bestuur het voorgenomen invaarbesluit heroverwegen op basis van de gronden die het VO aangeeft in het advies. PFI mikt erop dat het Verantwoordingsorgaan in april/mei 2025 advies kan uitbrengen.

    11. Implementatie-en communicatieplan

    Als de opdracht tot invaren wordt aanvaard moeten beide fondsen een Implementatieplan- en communicatieplan gaan opstellen. Daarin moeten zij aangeven of ze in staat zijn om wat sociale partners hebben afgesproken uit te voeren, op welke wijze dat zal gebeuren en wat er nog allemaal, samen met pensioenuitvoerder AZL, moet worden gedaan om die nieuwe regeling ook daadwerkelijk te kunnen uitvoeren. Dit  Implementatie- en communicatieplan moet wettelijk gezien uiterlijk 1 juli 2025 bij de toezichthouders (Nederlandsche Bank en AFM) worden ingediend, maar er ligt een voorstel (in de 2e kamer) om deze wettelijke termijn te verruimen.

    12. Invaardatum

    De beoogde datum voor overgang van PFI en ICP naar het nieuwe stelde (de invaardatum) is 1 januari 2027. Sociale partners hebben echter aangegeven dat uitstel tot 1 juli 2027 voor hen acceptabel is als dit bijdraagt aan een beheerste transitie. Wij zouden een uitstel van de invaardatum betreuren, want dat is niet in het belang van de gepensioneerden. In onze contacten met PFI en ICP zullen we dat ook blijven benadrukken.

    13. Verdere procedure

    Wij hebben vanuit de Pensioencommissie regelmatig contact met onze vertegenwoordigers in het Verantwoordingsorgaan van PFI. (In het Verantwoordingsorgaan van ICP hebben we geen vertegenwoordigers) Daarnaast houden we intensief contact met het bestuur van PFI en met sociale partners. Ook de komende maanden zullen we u regelmatig via nieuwsberichten op de hoogte houden van alle ontwikkelingen.

    14. Tot Slot

    Alle stukken zoals het Transitieplan, ons oordeel daarover en de reactie van de Sociale Partners staan integraal op de websites van VO-ING en VO-NN.

Sinds juli 2023 is de Wet Toekomst Pensioenen (WTP) geldig. De sociale partners betrokken bij ING en NN staan bij de diverse pensioenregelingen ondergebracht bij de verschillende uitvoerders voor de vraag wat er precies mee gedaan gaat worden.

De Vereniging Oudmedewerkers ING en de Vereniging Oudmedewerkers NN wenst gebruik te maken van het hoorrecht dat zij beide hebben volgens de WTP.

Om niet in de laatste fase pas betrokken te worden hebben we bijgaande stukken naar de sociale partners gestuurd.
Ten eerste hebben wij een verzoek om informatie verstuurd met detail vragen om voldoende informatie te verkrijgen om te kunnen beoordelen of het invaren evenwichtig gebeurt. Pas met die informatie kunnen wij ons hoorrecht goed invullen.

Verder is er per pensioenfonds een document geschreven inzake het invaren van dat betreffende fonds. Deze documenten zijn door de ledenraden de betrokken verenigingen geaccordeerd. U zult zien dat voor elke pensioenregeling andere argumenten spelen vanuit de oud medewerkers. Daarom is ook ons advies voor elk fonds anders.

Documenten


Hoorrecht:  Verenigingen zijn gehoord en wederhoor is gebeurd. (21-11-2024)

De Pensioencommissie heeft eind oktober de definitieve transitieplannen ontvangen en in nauwe samenwerking met de ledenraden van VO-ING en VO-NN een oordeel gevormd en dat met de Sociale Partners gedeeld. Vorige week hebben de Sociale Partners gereageerd.

Alle stukken zoals het transitieplan, ons oordeel en de reactie van de Sociale Partners staan integraal op de websites van VO-ING, VO-NN en ook (deels) bij de vakbonden. De vakbonden leggen het plan nu voor aan de achterbannen.

- Transitieplan voor PFI en ICP van Sociale Partners NN
- Oordeel VO-NN
- Reactie Sociale Partners NN

De desbetreffende documenten vind je op deze pagina onder "Documenten".

Al met al is de Pensioencommissie het inhoudelijk eens met de Sociale Partners over de keuzes waar zij verantwoordelijk voor zijn, maar zijn we het hier en daar oneens over de geadviseerde beslissingsrichtingen voor PFI en ICP en dus is het nu aan de twee besturen van PFI en ICP om afgewogen keuzes te maken over die onderwerpen.

 


Belangrijke informatie over uw pensioen(aanspraak)

Naast de nieuwe Wet Toekomst Pensioenen (WTP) spelen er nog twee belangrijke dossiers bij de Pensioencommissie inzake Pensioenfonds ING:

1. Harmonisatie van indexaties

2. De jaarlijkse indexaties

Pensioenfonds ING (PFI) heeft op 22 december 2023 over deze twee punten nieuwe informatie op haar site geplaatst. In deze nieuwsbrief een verduidelijking over de meest recente informatie met betrekking tot PFI (dus niet de beide CDC fondsen). 

1. Harmonisatie van indexaties. Als VO-ING en VO-NN zijn wij een groot voorstander van het loslaten van een koppeling tussen salarissen en pensioenen. Ons lijkt het simpeler uit te leggen, eenvoudiger uit te voeren (goedkoper) en logischer om veranderingen in pensioen afhankelijk te laten zijn van de algemene wijziging van prijzen in plaats van lonen. Dit hebben wij ook laten weten aan de sociale partners, onder andere in één van de documenten die u kunt lezen op de website van onze verenigingen. 

Het Pensioenfonds ING (PFI) heeft het afgelopen jaar hard gewerkt om alle partijen op één lijn te krijgen, waaronder ook de Belastingdienst. Deze harmonisatie is nu gelukt (mits de achterbannen van de vakorganisaties ook instemmen). Wij zijn hier alvast erg blij mee, zeker ook omdat het met terugwerkende kracht vanaf 1-1-2022 ingaat. 

Als u afgelopen jaren loonindexatie heeft gekregen betekent dit dat u er geld of aanspraak bijkrijgt in de komende maanden. Het fonds heeft hier, om administratieve redenen, even tijd voor nodig, maar het komt er aan!  Vanaf 2024 zullen dan hopelijk alle pensioenen van PFI tegelijk met dezelfde indexatie worden verhoogd. 

2. PFI Prijsindexatie 2024. PFI heeft het besluit omtrent de prijsindexatie even uitgesteld tot na de raadpleging van de achterbannen van de vakorganisaties inzake de harmonisatie, want dan geldt het besluit meteen voor iedereen. Dus op dit moment worden de pensioenen nog niet verhoogd. Dat besluit neemt PFI begin 2024.  VO-ING en VO-NN hebben aan PFI kenbaar gemaakt in ieder geval te hopen op voldoende indexatie. 

Voor wie de gehele PFI-tekst wil lezen verwijzen we naar https://www.pensioenfondsing.nl/nieuws/2023/december/harmonisatie/