Skip to main content
foto2.jpeg

Verslag 21 februari 2023: bezoek aan het Paleis op de Dam en het in december 2022 door Prinses Margriet heropende Verzetsmuseum

Met een door Niek Hakvoort voortreffelijk georganiseerde excursiedag hebben ongeveer 30 Leden (al dan niet met partner) een bezoek aan het Paleis op de Dam en het in december 2022 door Prinses Margriet heropende Verzetsmuseum gebracht. Het paleis (rustend op 13.659 houten palen) is tussen 1648 en 1665 in de stijl Hollands Classicisme als stadhuis voor de gemeente Amsterdam gebouwd.

Het bouwwerk wordt gezien als Nederlands belangrijkste historische en culturele monument van de Gouden Eeuw. Bouwkosten: 8.5 miljoen gulden. Promovenda Iris Plessius leidde ons, met interessante weetjes, rond door de vertrekken zoals de zaal waar de burgemeesters (4 tegelijkertijd) en schepenen (wethouders) zetelden. Ook bezochten wij de abdicatiekamer waar Wilhelmina (1948), Juliana (1980) en Beatrix (2013) afstand deden van de troon. Het balkon is overigens niet te betreden. Het paleis is voor 60% van de tijd open voor het publiek en voor 40% van de tijd beschikbaar voor de koninklijke familie. Die 40% worden gebruikt voor ontvangsten van staatshoofden, recepties, concerten etc..

Na een goede broodjeslunch in Café Koosje vertrok iedereen op eigen gelegenheid lopend naar het verzetsmuseum. Voor mij als historicus (in een ver verleden aan de Leidse universiteit ooit afgestudeerd op de NSB in Rijswijk Zuid-Holland) misschien wel extra interessant). Als je geïnteresseerd bent in hoe het leven van je ouders of grootouders in de jaren ‘40 onder zware oorlogsomstandigheden was, een must om met of zonder museumjaarkaart een keer te bezoeken. Het museum is rond 3 thema’s opgebouwd: allerlei attributen uit deze periode zoals bijvoorbeeld persoonsbewijzen, voedselbonnen en drukpersen (o.a. waar verzetsbladen als Trouw en Het Parool op werden gedrukt) filmbeelden die een goede indruk van “ het leven “ in die jaren geven en een 50-tal persoonlijke verhalen van personen hoe zij de periode 1940-1945 hebben ervaren. Bijzonder is het feit dat dit museum niet alleen naar de overwinnaars kijkt maar ook “ verliezers “ zoals Oostfrontstrijders, “ foute “ politiefunctionarissen en een beeld vanuit de NSB toont. Vanuit historisch oogpunt gezien een goede zaak. Extra interessant voor mij persoonlijk was het feit dat ik een van de twee nog levende personen (Frans Nieuwenhuis, 1934) goed ken. Frans vertelde het verhaal hoe hij in de hongerwinter ‘44-‘45 vanuit de Kamperfoelieparochie in Den Haag bij een boer in Friesland (bij gebrek aan voedsel in Den Haag) mocht aansterken.

Frans zat op de lagere school naast mijn vader in de schoolbanken. Mijn vader volgde dezelfde weg en zat op een boerderij in Lisse. Tweede rode draad is het feit dat ik al sinds 1975 met Frans zijn oudste zoon Eppe jaren in de B1, A1 en Eerste elftal van RKSV Graaf Willem II VAC heb gevoetbald en we daar nog steeds tot op de dag van vandaag lid van deze vereniging zijn en aan de activiteiten van “ de veteranenHeeren “ deelnemen.

Als laatste wil ik alle leden oproepen om je eens op te geven voor een excursie. Altijd aardig om ook weer eens bij te praten met collega’s die je soms al jaren, zoals in mijn geval Hans La Croix, Karel Kuhlman, Frank Meijer, Ron van Alphen en Jan Douwes, niet hebt gesproken. Niek: nogmaals bedankt voor de organisatie en de interessante dag!

 

Wouter van Bree
Leven Buitendienst 1987-2014